“Nee, wij willen ons echt blijven focussen op de dealer. Die moet de klanten ontvangen en de verkoop doen, dus de advisering naar de consument moet ook op de winkelvloer bij de Trenergy-dealer plaatsvinden. Wij zouden hier anders het verkoopgesprek van onze dealer overnemen. Dat past niet in ons concept. We geloven juist in nauwe samenwerking met de lokale vakman, die zelf het dichtst bij de consument staat,” vervolgt Driessen. “Natuurlijk zien wij dat andere merken dat wel doen, onder het mom van ‘wij helpen de dealer’. Wij staan daar anders in en houden dit liever bij de dealer, die het vakmanschap heeft. En natuurlijk ondersteunen wij onze dealers daar maximaal in.”

Driessen geeft aan dat zij door tijdig anticiperen op de langere levertijden nog steeds redelijk kunnen leveren. Op de vraag of het komende jaar net zo’n gekkenhuis wordt als de afgelopen (corona)jaren reageert hij met enige twijfel. “We hebben fietsen, we hebben batterijen en kunnen nog steeds uit voorraad leveren. Toch hoor je wel dat het in de winkel wat rustiger is. Mensen hebben vorig jaar en het jaar ervoor veel fietsen gekocht en konden niet op vakantie gaan. Nu is het anders, kijk maar op Schiphol,” analyseert Driessen. “Op zich doen we het nu beter dan vorig jaar, dus we mogen nog niet klagen. Dat komt ook omdat we nu beter kunnen leveren dan vorig jaar, toen het wat moeizamer ging. Maar of dat die trend zich voortzet? Het zou natuurlijk fijn zijn als we dit zo vol kunnen houden.”

Aan ambitie ontbreekt het niet bij Trenergy. Om de groeiambities te kunnen realiseren moet je producten voor de handel hebben en daar is op geïnvesteerd en ingekocht. Sinds twee jaar beschikken ze over een eigen fabriek in Portugal, waar de assemblage plaatsvindt. Trenergy probeert door te pakken op de verkoopresultaten van 2020 en 2021 en legt daarmee de lat hoog voor zichzelf. “Als de markt in Nederland iets zou teruglopen na de coronaperiode, dan hebben we nog altijd België, waar we nu voet aan de grond gezet hebben. Daarnaast denk ik ook: als we maar een half procent van de grote jongens zouden kunnen pakken, dan is dat voor ons heel interessant. Is het realistisch? Ja. Is het ambitieus? Ook ja. Als je iets wilt, moet je er ook voor gaan.”

Trenergy opereert met een compact team van zestien man, waarvan er vier in de buitendienst zitten. Dat betekent dat de lijntjes kort zijn en er snel geschakeld kan worden. “Voorlopig hebben we de organisatie wel staan, ook als we verder doorgroeien in verkoopaantallen, moeten we dat wel kunnen opvangen. In de technische dienst hebben we een verdubbeling van de capaciteit ingezet. En omdat we nu ook België erbij hebben, hebben we de binnendienst ook verdubbeld. Dat moet voorlopig voldoende zijn. Zo niet, dan kunnen we altijd nog bijschakelen,” licht Driessen toe. “Bovendien blijven we altijd kijken of we zaken efficiënter kunnen doen. Zeker in de automatisering kunnen we nog wel wat slagen maken. Daarin ben je nooit klaar.”

Vervolgens innoveert Trenergy door op de bestaande modellen. De E-Relax Pro is al jaren een succesnummer in de collectie en zal binnenkort weer vernieuwd worden. “We zijn hierover met onze designer in gesprek. Moet die een ander frame krijgen of volstaat een facelift? Daarover zijn we nu aan het nadenken en misschien maken we ook nog wel een prototype, zodat we daarmee langs dealers kunnen gaan,” zegt Driessen. “Dan kunnen we kijken of het wel of niet aanslaat. Daar zijn we continu mee bezig en is heel erg leuk. Als je dat in een klein team doet, zoals wij hebben, dan wordt iedereen er ook bij betrokken.”

De laatste jaren heeft Trenergy geïnvesteerd in vernieuwing en kwaliteitsverhoging van de collectie en daarvan plukken ze nu de vruchten als je kijkt naar consumentenbeoordelingen. “We zien het terug in fietstesten, waaraan we al een paar jaar meedoen en waar we steeds met een aantal modellen als Beste Getest of Beste Koop naar voren zijn gekomen. Dat geeft wel aan dat we op de goede weg zitten.”